Menu
fr

Leer vlees paneren

Krokant, heerlijk goudbruin en boordevol smaak … Met een knapperige paneerkorst til je elk gerecht naar een hoger niveau. Niet alleen kinderen zijn dol op gepaneerde gerechten, ook bij volwassenen vallen ze in de smaak. Maar paneren is meer dan een gerecht een knapperig korstje geven. Met het juiste paneermeel en de gepaste bereidingswijze wordt je gerecht ook extra smakelijk en zacht. Ontdek hoe je vlees perfect paneert en je gerechten een heerlijk knapperig korstje geeft!
 

Paneermeel: een waaier aan mogelijkheden  

Als je iets gaat paneren, moet je eerst het paneermeel kiezen. Er zijn allerlei soorten paneermeel met elk een eigen smaak en textuur.
De klassieker is paneermeel van hard of oudbakken brood. Zo maak je het zelf: laat sneden brood 30 minuten drogen in een op 100 °C voorverwarmde oven. Zodra het brood is afgekoeld, mix je het fijn. Bewaar het paneermeel niet langer dan drie maanden in een glazen bokaal of een metalen doos.
 
Knapperige ontbijtgranen zoals cornflakes zijn populair bij kinderen, maar ze blijken ook ideaal als paneermeel voor gevogelte. Maal ze wel minder fijn dan klassiek paneermeel.
Nog origineler is paneermeel van pinda’s, cashew- of pistachenoten. Ze geven je gerechten niet alleen een lekker krokante toets, maar ook extra smaak.
Ga je liever de exotische toer op? Kies dan voor panko, ook wel Japans paneermeel genoemd. Deze unieke oosterse variant is bijzonder lekker en heel knapperig. Je vindt panko in Aziatische winkels en in sommige supermarkten.
 
Welk paneermeel je ook kiest, voeg er gerust een smaakmaker aan toe om je gerecht net dat tikkeltje extra te geven. Denk maar aan specerijen en gedroogde kruiden, graantjes of zelfs geraspte kaas. Sommige alternatieven branden sneller aan dan traditioneel paneermeel. Houd dus een oogje in het zeil tijdens het garen.
 

Stap voor stap  

Voor geslaagd en lekker paneermeel komt het erop aan stapsgewijs te werken en de ingrediënten in een precieze volgorde te mengen.
 
De eenvoudigste en bekendste methode? De Engelse techniek.
  1. Kruid je vlees, haal het door bloem en klop er lichtjes op om overtollige bloem te verwijderen. Zo wordt het vlees droger en hecht het ei zich gemakkelijker.
  2. Haal het vlees dan door een losgeklopt ei, zodat het paneermeel zich goed kan vasthechten.
  3. Haal het vlees tot slot door het paneermeel en zorg ervoor dat het volledig bedekt is.
 
Met deze werkwijze blijft het paneermeel goed zitten. Voor een gelijkmatige, dikkere en krokantere korst herhaal je de drie stappen nog een keer.
 
Tip: voor een lichtere paneerkorst gebruik je alleen het eiwit. Wie geen eieren eet, kan melk, room en zelfs yoghurt gebruiken. Wil je je gerecht een originele twist geven? Vervang de bloem en het ei door mosterd voor een zacht en pittig resultaat!
 

De juiste bereiding voor een perfect resultaat  

Gepaneerd vlees kun je op meerdere manieren bereiden: 
  • In de pan: net zoals een klassiek gerecht kun je gepaneerd vlees in de pan bakken. Voor een mooie korst zet je de pan op een zacht of matig vuur, naargelang van hoe dik het vlees is. Let erop dat er altijd vetstof in de pan zit. Zo krijg je een gouden korst en vermijd je dat het paneermeel aanbrandt. 
 
  • In de oven: bakken in de oven is de minst vette bereidingswijze. Zet het gepaneerde vlees gewoon in een op 200 °C voorverwarmde oven en stel de juiste baktijd in. Reken bijvoorbeeld op 10 minuten voor een schnitzel. 
 
  • In de friteuse: de populairste bereidingswijze voor gepaneerd vlees, want ze levert de beste textuur op. Maar helaas ook het vetste resultaat. Om daar wat aan te doen, laat je het vlees op keukenpapier uitdruipen tot het overtollige vet weg is.
 
Welke bereidingswijze je ook kiest, houd er rekening mee dat de bereidingstijd verschilt naargelang van (de dikte van) het vlees. Een varkensschnitzel is bijvoorbeeld sneller gaar dan een stuk rundvlees. Om zeker te weten dat een dik stuk vlees ook vanbinnen goed gaart, verlaag je de temperatuur en verleng je de baktijd.